Wij zien uw reactie graag tegemoet.
Ik zie uw brief graag tegemoet.
Ik zie uw reactie vol verwachting tegemoet.
Wie zien je declaratie tegemoet.
Veel (sollicitatie)brieven, offertes, memo’s en mails eindigen met een constructie met ‘zien … tegemoet’. In gesproken taal wordt deze niet of nauwelijks gebruikt.
Plus
Het voordeel van het gebruik van de constructie is dat je zonder nadenken je schrijfproduct kunt afronden. En iedereen weet wat je bedoelt.
Min
- Nadeel 1 is dat je eindigt met een stukje taal uit lang vervlogen tijden. Zeg maar gerust dat je eindigt met een geweldig cliché.
- In een sollicitatiebrief of offerte zal de lezer het bijna zeker beschouwen als gemakzucht. Je kans op een baan of een opdracht wordt er niet beter op. Dat is nadeel 2.
- En er is nog een derde nadeel. Je legt namelijk de actie helemaal bij de lezer neer; je legt jouw lot in zijn handen. Ofwel, ik wacht wel af …
Uitdaging
Zie het daarom als een uitdaging om dit taalgedrocht te vermijden. Moeilijk? Welnee.
We zullen uw reactie met veel belangstelling lezen.
Ik hoop dat ik u heb kunnen overtuigen en dat u mij uitnodigt voor een gesprek.
We rekenen erop dat je factuur voor 1 november binnen is.
In week 34 neem ik contact met u op om de uitwerking van mijn voorstel verder met u te bespreken.
Dat de uitdrukking “iets tegemoet zien” een beetje gedateerd is, merk ik aan het toenemend aantal schrijffouten.
Zo ben ik al drie keer met “tegemoed” geconfronteerd, maar die van vandaag : “tegenmoet ” vond ik ook heel bijzonder. Zoiets als “pannenkoek”, maar dan anders…
Ja, dat ‘tegemoed’ zien wij ook heel vaak langskomen. Het lijkt een beetje op een voltooid deelwoord; vandaar misschien die d aan het einde. Of onder invloed van het woord ‘moed’ natuurlijk. Maar je kunt het woord niet vervoegen (*tegemoeden, *tegemoeten), dus er is ook geen regel voor te bedenken. Een kwestie van woordbeeld.