• 0572 - 79 20 23
  • info@taaluilen.nl

puntkomma

  • Door Jos Verdaasdonk
  • 01 juni 2015
puntkomma

puntkomma

Draag jij deze tas even; ik kan het echt niet allemaal houden.
Het hele koor is naar Hilversum; ze hebben een optreden op tv.
Je kunt het best in het voor- of najaar naar Marokko gaan; dan is het niet zo heet.

Wanneer gebruik je een puntkomma?

De puntkomma is voor veel mensen een vaag leesteken. Ze weten niet goed wanneer je hem mag of moet gebruiken.
Misschien brengen deze tips wat duidelijkheid.

Om te beginnen moet het nooit. Er zijn andere oplossingen te bedenken, zoals je hieronder zult zien in tip 2 en tip 3.
Maar het mag wel, zoals in tip 1.

Tussen punt en komma in

Zoals de naam al zegt, zit de puntkomma tussen de punt en de komma in. Het is een beetje een kwestie van gevoel.

We nemen als voorbeeld de volgende twee zinnen:

Zin 1: We gaan de woonkamer wit schilderen.
Zin 2: Dat staat veel frisser.

Tip 1

Je mag de puntkomma gebruiken als:

  • zin 2 alleen de juiste betekenis heeft in combinatie met zin 1, én
  • zin 2 iets belangrijks toevoegt aan zin 1.

De puntkomma zorgt voor een heel duidelijk verband.

We gaan de woonkamer wit schilderen; dat staat veel frisser.

Tip 2 – Zo kan het ook

Je vervangt de puntkomma door maar of want. Je plaatst dan een komma tussen de zinnen.

Hierdoor wordt het verband tussen de twee zinnen nog veel sterker.

We gaan de woonkamer wit schilderen, want dat staat veel frisser.

Tip 3 – En zo kan het ook

Als je tussen zin 1 en zin 2 een punt zet, is het verband het minst groot. Je hebt een extra woord nodig om hetzelfde uit te drukken, bijvoorbeeld namelijk of immers.

We gaan de woonkamer wit schilderen. Dat staat namelijk veel frisser.

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven