• 0572 - 79 20 23
  • info@taaluilen.nl

Wat een grote melkveehouder!

  • Door Jos Verdaasdonk
  • 27 juni 2014
Grote melkveehouder

Grote melkveehouder

Gezien op het NOS Journaal, een interview met een melkveehouder die maar liefst 400 koeien had. Dan ben je groot in die sector. Op de ondertiteling werd hij dan ook aangeduid als grote melkveehouder:

Henk de Vries
grote melkveehouder

Is dat juist? Dat is maar de vraag. De vergelijking met blinde geleidehond doemde op. Ik laat me verleiden tot een potje spijkers op laag water zoeken. Iedereen snapt de boodschap maar toch lijkt de verwijzing naar Henks lengte minstens zo prominent als die naar het grote aantal koeien.

Dikke varkensboer

Laten we eerst even het bijvoeglijk naamwoord grote verkennen, zoals het hier gebruikt werd. En dan duiken we volop de agrarische sector in, want een boer met veel grond of veel beesten is een grote boer. Iedereen snapt de strekking. Dat geldt ook voor dikke boer. Net als voor samenstellingen met boer, grote kippenboer, grote varkensboer. Zelfs dikke varkensboer kan.

Grootvarkensmester

Er zijn wel andere constructies met groot, als grootindustrieel en grootgrondeigenaar. Is Henk de Vries dan naar analogie van grootgrutter uit lang vervlogen tijden, een grootmelkveehouder. Met grootvarkensmester, grootmelkveehouder en grootgeitenfokker zou onze taal er niet mooier op worden. Het oogt en klinkt wel heel archaïsch.

Net niet

Daarmee blijft Henk de Vries gewoon een grote melkveehouder, zoals er ook kleine zijn. We snappen allemaal de betekenis van grote. Alleen als we het te nadrukkelijk en te geïsoleerd zien, hebben we het idee dat er grammaticaal iets niet klopt. Dan is het net of de letterlijke betekenis het van de figuurlijke wint. Of het nét niet klopt.

Dat geldt even goed voor:

Jan Hendriks
Grote boer

En zeker voor:

Piet Verwaal
Dikke boer

 De oplossing voor de NOS is trouwens niet heel ingewikkeld:

Henk de Vries
melkt 400 koeien

 

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven