Allebei goed. Had je niet gedacht hè?
Je hebt vast even gedacht aan het volgende voorbeeld met die overbekende en veelgemaakte fout.
Waarom is ‘dan mij’ hier wél fout en ‘dan hem’ in de bovenste zinnen niet?
In de twee laatste zinnen is dan een voegwoord. Dat kun je niet goed meer zien, omdat de combinatie met ‘dan’ een verkorte vorm is van de zin daarvoor, zonder het werkwoord. Maak je de zin langer, dan kun je het voegwoord weer herkennen.
En nog veel mooier is: je hoort vanzelf het goede antwoord.
Eigenlijk staat er dus:
Hij is groter dan ik > Hij is groter dan ik ben.
Je kunt niet zeggen:
Hij is groter dan mij ben.
De truc van het langer maken passen we ook toe bij het eerste voorbeeld. Dan is dit het resultaat:
- Ik mis jou meer dan ik hem mis.
- Ik mis jou meer dan hij jou mist.
Beide varianten zijn dus goed. Maar let op! De betekenis is wel totaal anders.
In zin 1 is het woord ‘ik’ beide keren het onderwerp. Ik mis persoon 1 meer dan ik persoon 2 mis.
In zin 2 is in het eerste deel ‘ik’ het onderwerp en in het tweede deel ‘hij’. Ik mis persoon 1 meer dan hij persoon 1 mist.
Hoi Willem,
Volgens mij is de verlengde zin van de eerste zin (Ik mis jou meer dan hij): Ik mis jou meer dan hij jou mist. De tweede (Ik mis jou meer dan hem) is volgens mij: Ik mis jou meer dan ik hem mis. ‘Dan’ is in beide gevallen een onderschikkend voegwoord van vergelijking. Of zie ik dat verkeerd?
Hoi Tineke,
De zin: ‘Ik mis jou meer dan hij’ Valt op twee manieren te verlengen.
Ik mis jou meer dan ik hem mis.
Ik mis jou meer dan hij mij mist.
Jij voegt daar een derde mogelijkheid aan toe:
Ik mis hem meer dan hij jou mist
Het lijkt mij een correcte toevoeging.
Dan is inderdaad steeds een onderschikkend voegwoord van vergelijking (in dit geval ongelijkheid)
Willem