• 0572 - 79 20 23
  • info@taaluilen.nl

hen of hun

  • Door Taaluilen
  • 15 september 2016
Hun of hen
Wij hebben hun verslagen met 10-3.
Wij hebben hen verslagen met 10-3.

Hullie hebben een nieuwe auto gekocht …

Veel mensen gebruiken hun op alle mogelijke manieren, ook daar waar het niet hoort:

Als lijdend voorwerp: Zij hebben hun gefeliciteerd.
Of zelfs als onderwerp: Hun hebben een andere auto gekocht.

Je hoort het steeds meer en vooral die laatste zin is fouter dan fout. Net zo fout als Hullie hebben een andere auto gekocht.

Zo onthoud je het verschil

Er is dus wel degelijk verschil. Dit zijn twee gemakkelijke regels om het te onthouden:

Regel 1: Hen gebruik je:

  • na een voorzetsel: naar, tegen, aan, met
  • wanneer het lijdend voorwerp is: meestal de persoon die iets ondergaat

Ik geef een ijsje aan hen.
Zij praat nu al uren met hen.
De man heeft hen geslagen.
Moeder heeft hen lekker in bad gestopt.

Regel 2: Hun gebruik je:

  • als meewerkend voorwerp: je kunt dan vragen: aan wie?
  • als bezittelijk voornaamwoord: iets is van die personen

Ik geef hun een ijsje.
Zij heeft hun gevraagd om hun ID-bewijs.
Ik heb hun auto geleend.

Let op!

Hun kan nooit onderwerp zijn!

Hun zijn even naar de supermarkt.

Tip!

Twijfel je of je hen of hun moet gebruiken? In bijna al die twijfelgevallen kun je hen of hun vervangen door ze.

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven