• 0572 - 79 20 23
  • info@taaluilen.nl

De aanvoerster was woordvoerster

  • Door Jos Verdaasdonk
  • 02 september 2015
woordvoerdster of woordvoerster

woordvoerdster of woordvoerster

woordvoerdster
aanvoerdster
woordvoerster
aanvoerster

Wel woordvoerder …

Een man die het woord voert, is een woordvoerder.
Een man die een team aanvoert, is een aanvoerder.
Een man die iets bewaart, is een bewaarder.
Een man die gluurt, is een gluurder.

Alle vier de woorden beginnen met de stam van een werkwoord.

het woord voeren – (stam) voer
aanvoeren – (stam) aanvoer
bewaren – (stam) bewaar
gluren – (stam) gluur

Daar plaats je dan de uitgang -der achter en je hebt het mannelijk woord.

… maar geen woordvoerdster*

Omdat de mannelijke vorm zo bekend is, ligt het voor de hand die vorm vrouwelijk te maken met de uitgang -ster.

woordvoerdster
aanvoerdster

Maar je blijft ook voor de vrouwelijk versie uitgaan van de werkwoordstam. Bij de woorden hieronder is dat heel duidelijk.
Let ook op die dubbele s in schaatsster en fietsster!

naaister
verpleegster
schaatsster
fietsster

Als je deze uitleg begrijpt, snap je waarom de -d moet vervallen.
De stam is immers voer. Zet je daar de uitgang -ster achter, dan wordt het een voerster.

Een vrouw die het woord voert, is een woordvoerster.
Een vouw die een team aanvoert, is een aanvoerster.
Een vrouw die iets bewaart, is een bewaarster.
Een vrouw die gluurt, is een gluurster.

 

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven